“Glutenvrij? Dan kun je zeker alleen sla eten!” Dit soort opmerkingen lijken goedbedoeld, maar als je glutenvrij eet, weet je hoe vaak je moet uitleggen wat je wél en niet kunt eten. Van vragen zoals “Maar kun je niet gewoon een keertje zondigen?” tot opmerkingen die glutenintolerantie verwarren met een modehype, het lijkt alsof een glutenvrij dieet voor sommige mensen net zo verwarrend is als het in elkaar zetten van een IKEA-kast zonder handleiding..
In deze blog deel ik 14 herkenbare situaties waar je als glutenvrije eter ongetwijfeld om moet lachen (of huilen, afhankelijk van je bui). Pak er een glutenvrij koekje bij en geniet mee van deze humoristische momenten, want soms is lachen het beste ingrediënt!
“Oh, maar je mag toch wel een keertje zondigen?”
Tijdens een verjaardag krijg je een stuk taart onder je neus geduwd. Je bedankt vriendelijk en legt uit dat je écht geen gluten mag. Vervolgens kijkt de gastvrouw je aan alsof je haar persoonlijk hebt beledigd en zegt: “Ach joh, één keertje kan toch wel?” Je overweegt even om je buikklachten van vorige keer in detail te beschrijven, maar besluit uiteindelijk dat haar taart waarschijnlijk toch niet zo lekker is.
“Gluten? Die zitten toch alleen in brood?”
Je staat in de supermarkt en vraagt aan een medewerker of ze glutenvrije mayonaise hebben. Hij kijkt je aan alsof je net hebt gevraagd of er melk in water zit. “Gluten? Die zitten toch alleen in brood?” Je probeert beleefd uit te leggen dat gluten ook in sauzen kunnen zitten, maar hij blijft je aankijken alsof je net hebt gezegd dat je bang bent voor komkommers. Uiteindelijk glimlach je en zegt: “Weet je wat? Ik zoek zelf wel even verder. Bedankt voor je… hulp.”
“Ik snap niet hoe je dat volhoudt.”
Een collega knabbelt op een croissant terwijl ze naar jouw glutenvrije mueslireep kijkt en mompelt: “Ik zou dat écht niet kunnen hoor. Respect.” Je denkt even aan alle keren dat je stiekem een broodje rook alsof het een parfumtester was en zegt dan opgewekt: “Het is ook meer een kwestie van moeten dan willen.”
“Maar vroeger aten mensen toch ook gewoon brood?”
Je staat op een verjaardag en iemand haalt een schaal vol bitterballen langs je neus. “Vroeger aten mensen gewoon brood en hadden ze nergens last van. Is dat niet allemaal een hype?” Je glimlacht terwijl je denkt aan je laatste glutenvrije-bitterbal-recept-experiment, dat veranderde in iets wat meer leek op gehaktballensoep. “Klopt,” zeg je, “vroeger hadden ze ook geen wifi en moesten ze brieven schrijven.”
“Oh jee, ik ben je helemaal vergeten!”
Je zit op een feestje en het buffet wordt geopend. Terwijl anderen opscheppen, kijkt de gastvrouw geschrokken naar je en zegt: “Oh nee, ik heb niks glutenvrijs voor je! Maar ik heb nog wel komkommer in de koelkast!” Je knikt dankbaar terwijl je je afvraagt of je de kaasschaaf mag lenen om er dunne plakjes van te snijden.
“Kun je dan helemaal niks meer spontaan doen?”
Een vriendin vraagt je last-minute om uit eten te gaan. Je stelt voor om het even op te zoeken, maar ze verzucht: “Pfff, dat is zo’n gedoe. Kun je dan nooit meer gewoon iets leuks doen?” Je denkt even na over de 20 menu’s die je de afgelopen maand al hebt doorgelezen en zegt dan: “Tuurlijk wel, maar mijn spontaniteit heeft gewoon een zoekfunctie nodig.”
“Maar je bent toch niet allergisch? Dan valt het toch mee?”
Iemand vraagt of je een hapje wilt proberen van hun taart en jij bedankt vriendelijk. “Maar je krijgt er toch geen shock van? Dan kun je toch gewoon een klein stukje nemen?” Je denkt aan je laatste ‘kleine stukje’ dat leidde tot drie dagen buikpijn en antwoordt droog: “Klopt, ik overleef het wel. Maar ik moet daarna misschien even een weekend vrij nemen.”
“Je kunt toch gewoon het broodje eraf halen?”
In een snackbar bestel je een hamburger zonder broodje. De medewerker kijkt je vragend aan: “Kun je hem dan niet gewoon uit het broodje halen? Dan eet je alleen de burger.” Je probeert uit te leggen dat het broodje al kruimels achterlaat, maar hij kijkt je aan alsof je net hebt gezegd dat je liever gras eet.
“Oh, glutenvrij? Dan eet je vast heel saai.”
Je bent net bezig met aan je bord vol kleurrijke salade, geroosterde groenten en een perfect gebakken stukje zalm en iemand kijkt je aan alsof je op water en rijstwafels leeft. “Ik zou echt niet zonder brood kunnen. Wat eet jij dan eigenlijk de hele dag?” Je neemt een hap van je eten en glimlacht: “Nou, vooral saai eten zoals dit.”
“Je hebt zelf toch wel iets bij, toch?”
Je bent op een verjaardag en terwijl iedereen een stuk taart krijgt, kijkt iemand je aan met een blik vol medelijden. “Maar je hebt zelf toch wel iets bij, toch?” Alsof je standaard een noodpakket met rijstwafels en een zak chips in je tas hebt zitten. Je lacht en zegt: “Natuurlijk en een mini-oven voor noodgevallen.”
“Maar je hebt er toch niet écht last van?”
Tijdens een barbecue vraagt iemand of je echt ziek wordt van gluten. Als je knikt, krijg je meteen een les in mindset: “Misschien zit het tussen je oren. Mijn buurvrouw eet ook glutenvrij, maar zij voelt zich prima als ze een keer ‘zondigt’.” Je glimlacht en denkt: “Ik wens je veel succes met je buurvrouw op je volgende vakantie.”
“En wat nou als je per ongeluk toch gluten eet?”
Op een familie-etentje vraagt iemand bezorgd: “Maar wat nou als je een kruimeltje binnenkrijgt?” Je overweegt even om een gedetailleerde beschrijving te geven van buikpijn, hoofdpijn en drie dagen Netflix op de bank, maar besluit simpelweg: “Dan wens ik mezelf veel succes en een goede voorraad toiletpapier.”
“Kun je dan ook geen chips eten?”
Je pakt een zak glutenvrije chips en iemand kijkt je verbaasd aan: “Huh? Maar deze chips is toch niet glutenvrij?” Je legt uit dat aardappelen geen tarwe zijn, maar het blijft even stil. Vervolgens krijg je de legendarische vraag: “Maar hoe weet je dat nou zeker?” Je denkt aan de 200 etiketten die je dit jaar al hebt gelezen en zegt droog: “Omdat ik inmiddels een soort menselijke ingrediënten-scanner ben.”
“Kun je dat niet gewoon even uitproberen?”
Je zit in een restaurant en de ober verzekert je dat de saus ‘vast wel glutenvrij is’. Als je voorzichtig doorvraagt, krijg je te horen: “Kun je het niet gewoon even proberen? Misschien valt het mee.” Je bedankt vriendelijk, terwijl je je afvraagt of ze dat advies ook zouden geven bij een pinda-allergie.
Dus als iemand zegt: ‘Glutenvrij? Dan kun je zeker alleen sla eten!’ kun je ze deze voorbeelden laten zien. Of je nu moet uitleggen dat glutenvrij eten meer is dan alleen sla of tegen een medewerker die denkt dat gluten alleen in brood zitten, deze situaties zijn herkenbaar voor iedereen die glutenvrij leeft.
Ze zijn natuurlijk met een flinke knipoog geschreven, maar wat ik vooral wil meegeven is: blijf lachen om dit soort momenten, wees altijd goed voorbereid en vergeet vooral niet te genieten. Zowel van je eten als van het leven!